Altijd aanspreekbaar
Kwintes is een instelling voor geestelijke gezondheidszorg en maatschappelijke opvang, voornamelijk actief in Flevoland, Utrecht en Zuid-Holland. Op dit moment krijgen circa 2500 cliënten begeleiding aan huis van Kwintes. Ongeveer 1000 mensen wonen beschermd, verspreid over meer dan 160 locaties. Mensen vinden bij Kwintes een dagbesteding: dagactiviteiten en begeleid werk. Er werken ruim 1000 medewerkers. Kwintes gaat de uitdaging aan om in het krachtenveld van veranderende wetgeving en financiering in te zetten op vernieuwing van de kernfuncties opvang, begeleiding en activering. Ons doel is dat mensen die een beroep op ons doen sterker staan in de samenleving en een hoge kwaliteit van leven ervaren. Wij vinden het belangrijk mensen te ondersteunen vanuit hun kracht en eigen kunnen. Bureau Herstel is vanaf 2008 gegroeid van 1 medewerker naar nu 9 betaalde medewerkers en 16 vrijwilligers.
Met het project ‘Altijd aanspreekbaar’ willen we onderzoeken hoe we op een woonafdeling voor langdurige zorg en verblijf de oude cultuur waar het herstelconcept nog niet expliciet leidend is, kunnen transformeren naar een cultuur van herstelondersteuning, zodanig dat bewoners daadwerkelijk verschil in hun leven kunnen maken. We gaan daarbij uit van de principes van herstel en van de noodzaak van een regelarme omgeving. Alleen dan kunnen begeleiders volgend en ‘altijd aanspreekbaar’ zijn bij de wensen en mogelijkheden van cliënten.
Kun je een korte beschrijving geven van het project?
Allereerst een korte beschrijving van de locatie. De locatie Bodegraven bestaat uit vier huizen voor 5 à 6 personen elk. Eén huis is voor jong volwassenen, één voor ouderen die ook wat meer somatische ondersteuning willen, één voor mensen van verschillende leeftijden en veel zelfstandigheid en één voor mensen van verschillende leeftijden met wat minder zelfstandigheid. Daarnaast zijn er nog twee HAT (Housing Apart Together) woningen voor mensen die zelfstandig wonen maar soms wat extra ondersteuning nodig hebben. In een nieuw te bouwen pand komen nog twee appartementen beschikbaar voor mensen die op een eigen plek willen wonen. Beneden komt een inloopruimte waar een stuurgroep van cliënten activiteiten kan organiseren, zo nodig met ondersteuning van professionals en externe vrijwilligers. Het inloophuis is onderdeel van een brede samenwerking tussen de gemeente en andere partijen om binnen de gemeentegrenzen tot een goed aanbod van activiteiten en dagbesteding te komen. Het inloophuis is cliënt gestuurd en gericht op participatie en verbinding met de maatschappij.
Om een start te maken met een omslag naar herstelondersteuning is door medewerkers van Bureau Herstelondersteuning een ROPI (Recovery Oriented Practices Index) meting uitgevoerd, beoordeeld en naar het team teruggekoppeld. Een ROPI meet hoe herstelondersteunend een team is. De vragen worden vanuit alle verschillende invalshoeken gesteld: de managers, medewerkers en cliënten. De score loopt van 1 tot 5: bij score 1 is de herstelondersteuning nog erg laag, bij score 5 heel hoog. De score bij Bodegraven kwam laag uit (gemiddeld 2) en vormt aangrijpingspunt voor het project ‘Altijd aanspreekbaar’.
In welke fase bevindt het project zich?
Eind 2013 is het team in Bodegraven gestart. Zij zijn enthousiast geraakt over de ROPI-meting en de terugkoppeling door de medewerkers van Bureau Herstelondersteuning. De visie op herstelondersteuning kreeg ineens een gezicht. Eerder is met twee andere teams verkend of zij dit project wilden uitvoeren. Door veel eerdere veranderingen waren zij bij nader inzien toch niet in de gelegenheid om als proeftuin te fungeren.
Wat is het doel van het project?
Doel is om op de locatie Bodegraven de omslag te maken naar een daadwerkelijke herstelondersteuning. Dat betekent dat begeleiders zo veel mogelijk ‘altijd aanspreekbaar’ zijn voor de wensen en noden van cliënten. Met wat we hier leren, willen we realiseren dat breder in de organisatie herstelondersteunend gewerkt wordt.
“Teamleden nemen eigen verantwoordelijkheid voor de ondersteuning die zij leveren. Dat vereist een regelarme omgeving.”
Een belangrijk aspect van het project is dat het team zelforganiserend(er) wordt en zich zo direct mogelijk kan voegen naar de hulpvragen. Eisen vanuit de organisatie dienen dit proces zo min mogelijk in de weg te staan. De hulpverlener is aandachtig aanwezig en de behoefte van de cliënt staat centraal. Teamleden nemen eigen verantwoordelijkheid voor de ondersteuning die zij leveren. Dat vereist een regelarme omgeving. Teamleden hebben methodische kennis en kunnen die inzetten waar nodig. Zelfreflectie en/of moreel beraad zijn onmisbaar om de goede keuzes te kunnen maken in de ondersteuning omdat de keuzes veel minder protocollair zijn vastgesteld.
Wat is de dwingende noodzaak van het project?
De dwingende noodzaak is het feit dat nog te veel mensen op een locatie wonen waar weinig inspiratie of hoop is. Hoop op zin in het leven, op eigen ruimte, op het uitproberen van nieuwe mogelijkheden, op het ervaren van herstelruimte waarin je altijd een keuze hebt. De zorgcultuur is nog vaak gericht op beheersen. Dit komt deels voort vanuit de behoefte van een team of organisatie aan controle en soms vanuit de overtuiging te weten wat goed is voor een ander. Om dat te veranderen is ‘een vleugje herstel’ niet genoeg. Het gaat erom dat de zorg meer kan aansluiten op de kennis en het weten van binnenuit dat mensen, cliënten, zelf hebben.
Altijd aanspreekbaar langs de vier ijkpunten
“De bedoeling is dat cliënten veel meer mogelijkheid krijgen om te verkennen wat eigen regie voor hen betekent.”
Hoe ondersteunt het project ‘eigen regie’?
De bedoeling is dat cliënten veel meer mogelijkheid krijgen om te verkennen wat eigen regie voor hen betekent. Er zijn wel cliëntinitiatieven die door de medewerkers gesteund worden. Zo wilden de bewoners van één van de huizen graag nieuwe gordijnen en een andere kleur op de muren van de huiskamer. Het is geen vast onderdeel van het beleid van Kwintes dat dit door de facilitaire dienst geregeld kan worden. Er is gezocht naar een manier waarop bewoners dit samen met medewerkers van Kwintes konden uitvoeren en ook hebben uitgevoerd. We hopen dat in het project veel meer ruimte ontstaat voor eigen regie en dat begeleiders daar goed op kunnen leren aansluiten. Nu zijn cliënten nog weinig betrokken bij activiteiten buitenshuis. Dat willen we graag veranderen.
Waar loop je tegen aan?
In dit (begin)stadium van het project is dat nog niet in te schatten maar we zullen ongetwijfeld tegen van alles aanlopen. Het is de uitdaging om daar dan een mooie oplossing voor te vinden.
Hoe ondersteunt het project ‘benutten en ontwikkelen van ervaringskennis’?
Dit zal voor een belangrijk deel het fundament voor het project worden. De bewustwording over mogelijkheden voor herstel en herstelondersteuning en voor verandering gaat hand in hand met het benutten en ontwikkelen van ervaringskennis. Twee medewerkers hebben laten weten graag hun eigen ervaringskennis over psychische ontwrichting te willen verkennen en leren inzetten. Eén van hen heeft zich al aangemeld bij “Club med”. Hier kunnen medewerkers met (cliënt)ervaring samen met de medewerkers van Bureau Herstelondersteuning onderzoeken hoe de eigen ervaringen betrokken kunnen worden bij de zorg. Iemand anders is op andere manieren aan het onderzoeken hoe hij zijn ervaringsdeskundigheid kan gaan inzetten. Bijvoorbeeld in de WRAP-groep en door betrokkenheid bij de verschillende eet- en koffietafelgesprekken die georganiseerd worden. Daarnaast startte in februari 2014 een WRAP-groep samengesteld uit cliënten en medewerkers met eigen cliëntervaring. Zo hopen we de ruimte voor ervaringskennis langzaam te vergroten.
Waar loop je tegen aan?
We merken dat de opvattingen over kwetsbaarheid, eigen ervaring met psychische ontwrichting langzaam veranderen. Het wordt niet meer gezien als een blijk van zwakte maar ook van kracht en als bron voor herstel en vernieuwing.
Mis je nog wat?
Het is een proces van lange adem om ervaringskennis echt een plek te geven in het team. Hier kunnen we nog veel in ontwikkelen.
“Wij letten er heel scherp op dat de cliënt niet ondergesneeuwd raakt en dat zijn wensen en mening op tafel komen.”
Hoe ondersteunt het project ‘toegang tot goede zorg’?
We hopen natuurlijk dat meer ruimte voor ervaringskennis en het ontwikkelen van meer eigen regie ook bijdraagt aan steeds duidelijker hulpvragen. En natuurlijk willen we op die vragen met goede antwoorden en een goed aanbod komen. Nu zorgen we er in ieder geval altijd voor dat bij evaluatiemomenten cliënten zelf aanwezig zijn. Bovendien betrekken we altijd de partners (van familie tot behandelaars) in de zorg. Daarbij letten we er heel scherp op dat de cliënt niet ondergesneeuwd raakt en dat zijn wensen en mening op tafel komen.
Waar loop je tegen aan?
We lopen nog aan tegen het feit dat niet alle medewerkers ingesteld zijn op de afstemming met de cliënt, zijn of haar sociaal netwerk en partners in de zorg. We willen in dit project ook graag medewerkers ondersteunen om meer vertrouwd te raken met die samenwerking en afstemming.
Hoe ondersteunt het project ‘verbinding met de maatschappij’?
Door de nieuwe samenwerking die we in het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) met maatschappelijke partners aangaan, ontstaan nieuwe mogelijkheden voor bewoners om vorm te geven aan ‘participatie’. In de nieuwe inloopruimte zal de gemeente ook betrokken zijn om samen te kijken hoe we in het kader van de participatieladder activiteiten kunnen aanbieden (de participatieladder is een meetinstrument voor sociale activiteiten). Daarnaast bieden we trajectbegeleiding naar werk, stimuleren we sport en activiteiten als de burendag.
Waar loop je tegen aan?
Het zal spannend worden om te zien of we met die nieuwe samenwerking inderdaad een nieuwe dynamiek gaan krijgen en mensen zelf stappen willen en gaan zetten op de ladder.
Kennis voor en van anderen
Welke werkzame bestanddelen kun je destilleren uit het project en proces?
We hebben ervaren hoe belangrijk het is dat de ROPI afgenomen is door medewerkers van Bureau Herstelondersteuning. Zij hebben een heel goed begrip van het herstelconcept en zijn getraind om de ROPI goed af te nemen. Ook het feit dat zij iedereen – medewerkers en cliënten – bij de terugkoppeling betrekken, zorgt voor een mooi gezamenlijk draagvlak voor een echte cultuurverandering.
Een belangrijke voorwaarde blijkt te zijn dat er een ‘trekker/ambassadeur’ is die veel voorwerk verricht om iedereen enthousiast te maken voor een ROPI-meting en voor het aangaan van een project voor verandering. Een ‘trekker/ambassadeur’ kan bijvoorbeeld een teamleider zijn, een begeleider, een ervaringsdeskundige of een cliënt.
Wat kan dit anderen leren?
We merken dat het afnemen van de ROPI en daarover terugkoppelen vanuit de visie van ervaringsdeskundigen meteen iedereen bij de opdracht van herstelondersteuning betrekt. Het is belangrijk dat de interviewers goede interviewtechnieken hebben en ook verbindend kunnen zijn tijdens de terugkoppeling. Dit kan ook voor andere organisaties een hele goede manier zijn om een bewuste start te maken met de organisatie van betere herstelondersteuning. En zorg vooral voor een enthousiaste kartrekker die beseft waar het in essentie over gaat en niet schroomt om de schouders er onder te zetten.
Wat wil je graag van anderen leren?
Aan de paar kleine dingen die er nu al gebeuren merken we hoe initiatieven kunnen gaan bloeien als je vanuit de organisatie de ruimte krijgt om de regels (‘Kwintes past de kleur van de muur aan’) samen te laten gaan met eigen initiatief (‘bewoners kunnen zelf de kleur van de muur veranderen’). We zouden graag van anderen meer leren over hoe je initiatieven van cliënten en medewerkers tot bloei kunt laten komen zonder dat de regels van de organisatie hinderen. We zien het ook als een onderdeel van het project dat we zicht krijgen op welke regels herstelondersteuning bevorderen en welke we misschien beter kunnen aanpassen of laten vallen.
> Wilt u meer weten over het Werkplaats-project Altijd aanspreekbaar, neem dan contact op met:
Joost Hartog, Projectleider
J.Hartog@Kwintes.nl